Johan Boreel

Johan Boreel was de oudste zoon van Willem en Jacoba Carel (nrs 13, 14). Hij trouwt Amaranthe van Vredenburgh op 7 november 1666. Het echtpaar kreeg 9 kinderen waarvan er 5 volwassen werden.

Oudste zoon Willem (1672-1710) vertrekt naar de oost en van zijn nakomelingen die in Batavia worden geboren is weinig bekend. Mogelijk is een zoon Johannes (1705 - ?) de stamvader van de "Perkeniers Boreel" op de Molukken.

Zoon Adriaan (1674 - 1723) gaat in de zeedienst, voerde commando over de Roosendael, de Schiedam en de Rotterdam. Gaat na de Vrede van Utrecht over naar de Portugese Zeedienst. Hij zou geen nakomelingen hebben.

Johan was Extra-ordinarius Edelman aan het hof van Prins Frederik Hendrik, Willem II en Prinses Maria Stuart; Hofmeester van Prins Willem; Wordt door Johan de Witt van het Hof gemoveerd. Wordt Kapitein van een compagnie voetknechten, gevangen genomen bij de veldslag van Seneffe (België). Benoemd tot Ruwaard, Baljuw en Hoofddijkgraaf van het Land van Putten en in 1685 benoemd tot Commandeur van de Stad Brielle en het Fort Hellevoetssluis.